Meekrap

Meekrap of mede (Rubia tinctorum) is een overblijvende, groen overwinterende plant die een hoogte van 90 centimeter kan bereiken. Hij bloeit vroeg in de zomer met kleine gele bloemen. In de grond bevinden zich houtige wortelstokken, die wel een meter diep in de grond steken. De ronde zwarte steenvrucht bevat meestal maar een enkel zaadje.
Vermoedelijk is meekrap van origine afkomstig uit het oostelijk Middellandse Zeegebied en is al vroeg als geneeskrachtig kruid en als verfstofplant in West-Europa ingevoerd. De wortelstokken bevatten namelijk de dieprode kleurstof alizarine. Daarnaast werd de plant ingezet tegen reumatische klachten. Voor de beste opbrengst moest deze plant op kalkrijke klei worden verbouwd, waarin zij drie jaar moest groeien voordat de meekrap geoogst kon worden. Dat was rugbrekend zwaar werk: de wortels staken immers wel een meter diep in zware zeeklei.

Zeker sinds de twaalfde eeuw werd meekrap in het Zeeuwse Deltagebied verbouwd en dat ging zo goed dat Zeeland het voornaamste Europese teeltgebied werd. Toen in 1868 alizarine synthetisch kon worden bereid was het snel gedaan met de meekrapteelt.
Het eerste deel van de wetenschappelijke naam, Rubia, verwijst naar het Latijnse ruber, dat 'rood' betekent en dus de rode kleurstof beschrijft die uit de plant gewonnen kan worden. Het tweede deel, tinctorum, betekent uiteraard 'geverfd' in het Latijn. Het woord 'meekrap' is lastig te verklaren. 'Mee' is verwant aan het Oud-Engelse mæd, waaruit later meadow ('weiland') ontstond. Dieper gravend komen we uit bij mæþ, dat ooit 'oogst' of 'gewas' heeft betekend. 'krap' is verwant aan het Oud-Nederlandse woord 'krappe', dat iets van 'afkappen' betekende en verwant is aan 'kaf' (van het koren).

Aan de kleurvastheid van het meekrappigment heeft Nederland de rode baan in zijn vlag te danken. Oorspronkelijk waren de kleuren immers oranje, blanje, bleu. Lang geleden werd dat oranje aangemaakt door het mengen van meekraprood met de gele kleurstof uit Wouw (Reseda luteola). Dat resulteerde in oranje, maar door inwerking van zonlicht verbleekte de gele kleurstof en bleef rood over[1].

Meekrap werd, behalve voor reumatische klachten, voor vele medische doeleinden ingezet. Daar moeten we maar niet meer mee beginnen, omdat wetenschappelijk is vastgesteld dat een aftreksel van de plant kankerverwekkend is[2].

Intussen is de meekrap is ons land vrijwel uitgestorven. Kennelijk houdt hij toch meer van de wat Mediterrane temperaturen. Hij wordt de laatste paar jaar alleen nog waargenomen in een tweetal polders in Zeeland. Laten we het een cultuurhistorisch overblijfsel noemen. Een eretitel.

[1] Weeda, Westra, Westra, Westra: Nederlandse Oecologische Flora, deel 3 – 1988
[2] Inoue et al: Induction of kidney and liver cancers by the natural food additive madder color in a two-year rat carcinogenicity study in Food and Chemical Toxicology – 2009

No comments:

Post a Comment