Senegalpapagaai

Soms ben je als exoot wel heel erg in de aap gelogeerd. Dat is duidelijk het geval met de Senegalpapagaai (Poicephalus senegalus).
We beginnen bij het begin. De Senegalpapagaai is inderdaad een papagaai-achtige die in grote delen van West-Afrika broedt. Deze soort migreert niet van koude streken naar warme streken (zoals veel van onze trekvogels), maar volgt zo'n beetje het beschikbare voedsel. Als het ene op is, rijpt het andere en dus maakt de Senegalpapagaai een soort toeristische rondreis door West-Afrika.

De Senegalpapagaai meet ongeveer 25 centimeter van snavel to staart. Ze zijn in het bezit van een behoorlijke snavel. Het verenkleed loopt van een grijze kop, een groene rug en keel tot een gele onderzijde. Je snapt dat het dus een aantrekkelijke vogel is die liefhebbers graag in een kooi willen hebben. Niemand heeft natuurlijk ooit de mening van de Senegalpapagaai zelf gevraagd, maar ik vermoed dat – als ze de keus hadden – toch liever van hun vrijheid willen genieten. Want geen enkele gevederde en ongevederde vogel (man en vrouw) wil gevangen zitten in een (denkbeeldige) kooi.

En dus vraag je je af hoe het komt dat er al jarenlang meldingen uit de stad Groningen komen van een Senegalpapagaai. Hij woont al zo’n 20 jaar in het Noorderplantsoen. Het beest is kennelijk ooit ontsnapt uit gevangenschap en de meeste Groningers denken dat het een leuke verschijning is. Ikzelf heb het gevoel dat deze vogel helemaal niet zo gelukkig is. Eenzaam in een koud onbekend land rondvliegen en je voeden met zaden, fruit en bloesem die niet lekker smaken. Wat deze Senegalpapagaai doet is niet meer dan overleven totdat de dood hem uit zijn lijden verlost.

In de stad Groningen is deze exoot al zo bekend dat men hem de Nederlandse soortnaam Bonte boertje heeft gegeven, vanwege zijn uitbundige verenpracht. Sommigen noemen hem zelfs Randy, maar dat is een naam om te pesten: zonder metgezel heeft het geen zin om randy ('hitsig') te zijn.

De eerste melding van het dier in Groningen wordt voorjaar 1998 gedaan, toen een Stadjer de groene, gele en grijze papegaai hoorde krijsen op het Zernike-complex. Een jaar later lijkt de papegaai neergestreken in het Noorderplantsoen, het 20 hectare grote monumentale park aan de rand van het Groninger stadscentrum. Hij doet zich daar nog steeds tegoed aan zaden in bomen, maar is ook niet vies van een appeltje of een klokhuis.

Buurtbewoners vertellen dat het om een mannetje gaat. Een eenzaam mannetje, dat regelmatig vergeefs roept in de hoop een vrouwtje te verschalken. Bij gebrek aan soortgenoten vergrijpt de papegaai zich regelmatig aan een tak. "Als hij masturbeert, wrijft hij zijn achterste over een tak", zegt een buurtbewoner. "Enkele jaren geleden had hij een paar maanden gezelschap van een halsbandparkiet, maar die is allang verdwenen."

Het is zeker niet leuk om een exoot te zijn in een koud land. En dan ook nog die stugge Groningers.

No comments:

Post a Comment